13
‘Hoi.’ Dan stond voor me, weer in zijn alledaagse spijkerbroek, t-shirt en sportschoenen, en straalde veel meer zelfvertrouwen uit dan hem toekwam. ‘Mag ik binnenkomen?’
Ik staarde hem aan tot hij zijn ogen zou neerslaan. Dat werkte niet echt. ‘Waarom?’
‘Daarom?’ Hij streek met zijn hand over zijn hoofd naar voren zodat zijn krullen in zijn ogen vielen. Niet dat ik naar zijn ogen keek. Of naar zijn krullen. Of de manier waarop zijn biceps zich aftekende in de witte mouw van zijn t-shirt toen hij zijn arm boog. ‘Rachel, laat me nou maar gewoon binnen.’
Ik dacht erover de deur voor zijn neus dicht te gooien voordat ik dat idee verwierp en opendeed. Rode Rachel zou weer tien minuten terug in het doosje moeten. ‘Eerlijk gezegd heb ik absoluut geen idee waarvoor je hier bent,’ zei ik, en ik deed de deur achter hem dicht. ‘Tenzij Ana je hierheen heeft gestuurd om me een schop te geven.’
‘Ana kan je heel goed zelf een schop geven.’ Hij liep door naar de woonkamer en bekeek mijn schilderwerk. ‘Maar Emelie misschien niet. Ben je aan het verven? Of alleen maar je huis met graffiti aan het opleuken?’
Ik keek naar de koeienletters op de muur en haalde mijn schouders op. ‘Hij is een zak.’
‘Dus het is definitief voorbij?’ vroeg hij.
‘Dit hebben we al besproken. Ik geloof dat dat was vlak voordat je vriendin over de rooie ging in het toilet van een zeer stijlvolle gelegenheid.’ Ik ging op de leuning van mijn stoel zitten en bewaarde een veilige afstand voor het geval hij weer met een kus aan kwam zetten. Het zou vreselijk zijn om Dan te kussen. Verschrikkelijk. Ik had er echt niet meer aan gedacht en ik had er al helemaal niet wakker van gelegen dat onze bijna-kus mijn hart sneller had laten slaan en mijn lippen had laten tintelen. ‘Blijkbaar ben ik saai.’
‘Een paar dingen.’ Hij stond nog met zijn rug naar me toe toen hij een kwast oppakte en om mijn welsprekende boodschap heen begon te verven. ‘Ten eerste is ze niet mijn vriendin. Ten tweede was jij degene die uiteindelijk in een politieauto bent afgevoerd, en ten derde kan niemand jou saai vinden. Getuige punt twee.’
Waarom had hij niets gezegd over het feit dat ik geen broek aanhad? Waarom had hij niet erkend dat hij had geprobeerd me te kussen? Was ze zijn vriendin niet? Welke broek had ik ook alweer aangehad? Wat deed hij hier?
‘Ik was die avond niet zo stabiel,’ gaf ik toe, en ik pakte de tweede verfkwast en begon aan de andere muur. ‘Ik was een beetje van slag. En zij was zo’n… zo’n…’
‘Zo’n zak?’ probeerde hij.
‘Ja, inderdaad.’ Toen ik naar hem keek zag ik dat hij met een glimlach op zijn gezicht stond te schilderen. Het leek me zonde om geen gebruik te maken van die biceps. De biceps en die prachtige rugspieren die elke keer dat hij zich uitrekte onder zijn te strakke t-shirt bewogen. En ik wist niet precies wat zijn achterkant ertoe deed, behalve dat die me telkens even in trance bracht als hij zich bukte om de kwast in de verf te dopen. ‘Het spijt me, ik weet dat jullie twee, zeg maar, iets hebben, maar ik trek haar gewoon niet. Ze is zo’n imbeciel, Dan.’
Ik was kennelijk niet in staat tact met lustgevoelens te combineren..
‘Ja, een beetje wel,’ beaamde Dan, en hij maakte korte metten met de witte muur. ‘Ik weet niet wat ik dacht.’
‘Misschien dacht je helemaal niet,’ opperde ik, een beetje opgelucht dat hij niet was weggelopen voordat hij dat lastige stukje bij het plafond had afgemaakt. Ik haatte keukentrappen. ‘Zoals meestal.’
‘Hoe gaat het met je to do-lijst?’ Hij draaide zich snel om en zag nog net dat ik hem van top tot teen stond op te nemen.
Ik bloosde en draaide me snel naar de muur, in de hoop dat hij maar één wang van me zag blozen.
‘Prima.’ Ik wilde op dit moment niet over mijn lingerieaankoop beginnen. Meer ondergoed dan nu zou hij niet van me te zien krijgen.
‘Mooi zo.’
We verfden door met ‘Crazy for You’, totdat ik besloot dat het genoeg was. Gingen we het niet hebben over het feit dat hij me onlangs had proberen te zoenen? Ik legde mijn kwast in het bakje, bepaalde na een korte inspectie dat ik een fatsoenlijk broekje aanhad waarin alles netjes werd bedekt, en schraapte mijn keel.
‘Dan?’
‘Rachel?’
‘Ik wil niet ondankbaar overkomen, maar wat kom je hier doen?’
Hij hield op met verven, draaide zich om en trok een gezicht.
‘Dat is eigenlijk wel een goede vraag,’ zei hij, terwijl roze verf op zijn witte sportschoen drupte. ‘Ik was bij een fotowinkel in Old Street geweest en toen ik terugging naar Angel stond ik voor ik het wist hier.’
‘Juist ja.’ Ik zag een verfspat op zijn wang en vocht tegen de opwelling om die ervanaf te vegen. Rode Rachel was duidelijk krankzinnig en ze hield er niet van dat ze tijdelijk buitenspel werd gezet.
‘Ik dacht, ik kijk even of ze je niet hebben vastgehouden.’ Dan merkte de verf op zijn schoen ook op en ging in kleermakerszit op mijn hardhouten vloer zitten om hem schoon te vegen. ‘Ik wilde alleen even kijken of alles goed met je was.’
Nou, dat was aardig. Echt aardig.
‘Je had kunnen bellen,’ opperde ik. ‘Of sms’en.’
‘Had gekund,’ stemde hij in.
Ik moest een broek aantrekken. De allesoverheersende opwelling die ik had om Dan op zijn rug te gooien en erachter te komen hoe die kus gevoeld zou hebben, had alles te maken met het feit dat ik in mijn onderbroek liep. Dat was wel duidelijk.
‘Ben zo terug.’ Ik gooide mijn kwast op een stoflaken en rende de slaapkamer in. Ik moest gewoon een broek aan, kort of lang. Een oude, afgeknipte broek die op een of andere manier de opruimactie had overleefd won het en ik trok hem snel aan terwijl ik mezelf eens flink onder handen nam. Het ging om Dan. Mijn vriend Dan. Goed, best, als je hem voor het eerst zag vond je hem knap, maar zodra hij duidelijk had gemaakt dat jij de ingehuurde assistent was en niet een model, was zijn charme verdwenen, begon het gezeur en werd elke gedachte aan een romance op de werkvloer weggewist. Hij had waarschijnlijk alleen maar medelijden met me omdat ik was gedumpt. Of misschien had Veronica hem verteld dat ik die opdracht in Sydney wilde en was hij hier om me op een vriendelijke manier duidelijk te maken dat dat niet doorging. Hoe dan ook, dat hij hier in mijn flat rondhing met zijn knappe uiterlijk, en me hielp met verven… nou ja, het was geen misdaad, maar hij moest weg. Het was te bizar.
‘Weet je, ik ben eigenlijk nooit eerder bij je thuis geweest,’ riep hij vanuit de woonkamer. ‘Het past helemaal bij jou.’
‘Bedankt,’ zei ik, en ik liep met doelbewuste tred terug. Een doelbewustheid die begon te wankelen toen ik zag dat Dan zijn t-shirt had uitgetrokken. O. Mijn god.
‘Ik wil er geen verf op krijgen,’ legde hij uit, wijzend naar zijn shirt op de stoel, de onschuld zelve. Een aantrekkelijke collega in een voor een hetero veel te strakke broek en t-shirt of schitterend in een smoking was nog te doen, maar halfnaakt in je woonkamer was een heel ander verhaal. Had hij dat lichaam altijd al? Ja, die geweldige armen kon ik nog begrijpen, hij was altijd met zijn cameraspullen aan het zeulen, maar een echt wasbord? Spieren die ik kon tellen? Niet dat hij iets van een bodybuilder had, maar alles was precies goed geproportioneerd en prachtig bruin. En hoewel ik altijd had gedacht dat ik liever Simons gladde borstkas had, waren de bruine krulletjes die precies bij zijn hoofdhaar pasten helemaal niet verkeerd. Niet zoals Tarzan en de apen, maar een licht waas op zijn brede, brede borst.
Shi-i-t.
‘Goed, Fabio.’ Ik pakte zijn t-shirt. ‘Ik heb mijn kleren aangetrokken, doe jij dat ook maar. Het is tijd om te vertrekken, ik heb andere plannen.’
‘Best, maar ik denk dat je nog een laag verf op deze muur wilt, als je tenminste wilt voorkomen dat mensen straks aan de haal gaan met die tekst.’ Hij legde zijn kwast neer en trok zijn shirt aan. Het zat meteen vol roze verf.
‘Tot ziens, Dan.’ Ik hield de voordeur voor hem open. ‘Ik spreek je later.’
‘Wacht even.’ Hij bleef op de bovenste traptrede staan. ‘Wat doe je zaterdag?’
‘Overdag?’
‘’s Avonds?’
Oo-oo.
‘Dan geef ik een verjaardagsfeestje voor Matthew,’ stamelde ik. ‘Hier.’
‘O.’ Hij wreef over de verf op zijn t-shirt. ‘Dat klinkt gezellig.’
‘Je mag ook wel komen.’
De woorden waren eruit voordat ik het wist. Verdomme, Rode Rachel. Ik moest oppassen; die gespleten persoonlijkheid begon iets weg te hebben van Black Swan. Alleen was ik geen Natalie Portman, en niemand zou me een award geven voor het feit dat ik knetter werd. ‘Uurtje of negen?’
‘Doen we.’ Hij grijnsde en liep de trap af. ‘Tot zaterdag, Summers.’
Ik wist niet wat me het meest zorgen baarde. Het feit dat ik hem zaterdag zou zien of het feit dat ik me daar zo opgewonden over voelde. Er moesten preventieve maatregelen getroffen worden.
Terug in de woonkamer ging ik even zitten kijken naar mijn pas geverfde muur. Wat was er net precies gebeurd? Helemaal van slag sleepte ik mijn handtas over de vloer en haalde mijn telefoon eruit, en het stukje papier met Ashers telefoonnummer erop. Juist. Ik zou hem bellen. Misschien was wat speekseluitwisseling met de knappe yogaleraar annex lookalike van Clark Kent wel precies wat ik nodig had. Want Dan had me niet mee uit gevraagd. En al had hij dat wel gedaan, dan zou ik geen ja hebben gezegd. Waarschijnlijk. Ik toetste snel het nummer in voordat ik hier verder over na ging denken.
‘Hallo, met Asher.’ Hij nam meteen op, dat was prettig.
‘Hoi, Asher.’ Ik was niet goed aan de telefoon; sms’en was niet voor niets uitgevonden. ‘Met Rachel. We hebben elkaar ontmoet op die…’ Waar had ik die sprinklers aangezet en voor duizenden ponden schade aangericht en gezien hoe mijn vriendin een topmodel had gemept? O ja. ‘In het Savoy.’
‘O, hallo.’ Hij hing niet op! Hij klonk zelfs blij! Hij wist niet dat ik de gestoorde gek was die hem waarschijnlijk de borg voor zijn smoking had gekost! ‘Ik had niet verwacht dat je echt zou bellen.’
O.
‘Maar ik ben blij dat je het doet.’
O!
‘Ben je goed thuisgekomen? Wat een toestand was dat, met die sprinklers!’
‘Nou.’ Ik was erg blij dat hij mijn gezicht niet kon zien. ‘Waanzinnig. Echt waanzinnig.’
‘Zeg, heb jij al plannen voor morgenavond?’ vroeg hij recht op de man af. Wauw! Een afspraakje! Dat overkwam Emelie constant!
‘Nee,’ zei ik, en ik probeerde zo flirterig mogelijk te klinken. Dit was per slot van rekening de mogelijke vader van mijn kinderen. Jezus, mijn moeder zou sterven van geluk als ik haar vertelde dat ik met een yogaleraar ging trouwen. Hoewel, we waren nog niet één keer uit geweest, dus de kans bestond dat ik een beetje op de zaken vooruitliep.
‘Fantastisch.’ Hij klonk echt blij. ‘Dan geef ik les in Islington en misschien vind je het leuk om daar naartoe te komen.’
Echt? Had hij de moeite genomen om Emelie zijn telefoonnummer te geven zodat hij me kon ronselen voor een van die verrotte yogalessen van hem? Sorry, mam.
‘En misschien een drankje daarna?’
De bruiloft was weer in beeld.
‘Lijkt me enig,’ loog ik glashard. Wat gaan drinken klonk geweldig; de yoga leek me een regelrechte ramp. ‘Ik popel.’
Hij gaf me het tijdstip en het adres door, we namen snel afscheid en ik hing op. Een yoga-afspraakje. Of dit was een briljant idee – veel kansen op aanrakingen en hilarische verhalen aan de kinderen – of het was een rampenplan; ik zou uiteindelijk aan de spierontspanners moeten en we zouden alleen kinderen krijgen omdat we bij elkaar bleven uit een bizar gevoel van verplichting omdat hij mij verwond had en ik me gegeneerd voelde. En weer was ik op de zaken vooruit aan het lopen.
Intussen keek ik op Facebook of er nog nieuwe berichten waren van Ethan en giechelde als een klein meisje toen dat inderdaad het geval was.
Ben ik weer, begon hij. Ik kan niet geloven dat jij single bent.
Ik keek even naar het steeds duidelijker wordende simon is een zak op de muur van de woonkamer en deed mijn best om zijn ongeloof te begrijpen.
Je bent nog steeds belachelijk knap – waarom hebben we nooit iets gehad? Jij had de eerste kunnen zijn met wie ik zoende, in plaats van Verity Smith. Heb je haar foto op Facebook gezien? Geen mooi plaatje…
Wat? Nog steeds knap? Had hij me vroeger ook al knap gevonden dan?
Sorry, dat is gemeen. Maar wel maf dat jij nog geen geweldige vent hebt. Als jij hier was of ik daar, zou ik je zeker mee uit vragen. Heb je er nooit over gedacht om te emigreren? Toronto is fantastisch!
Natuurlijk had ik daar nooit aan gedacht, maar vanaf dat moment was ik in gedachten al bezig mijn koffers te pakken. Ik zou in Canada kunnen wonen. En wat gaf het dat het er een beetje koud was. En dat ik er niemand kende, behalve dan de liefde van mijn leven. Het was dicht genoeg bij New York om mooi, goedbetaald werk te krijgen – en werk zou er vast wel zijn. Ik wist vrijwel zeker dat mensen in Canada make-up gebruikten en tijdschriften lazen. Emelie in elk geval wel, en zij was Canadees. Technisch gesproken dan.
Ik hing mijn verfkwast aan de wilgen, liet het bad vollopen en dacht aan de punten van mijn to do-lijst die ik nog moest doen. We waren al over de helft en het werd nu lastig. Ik had er nog steeds vertrouwen in dat Veronica het voor elkaar zou krijgen me die opdracht in Sydney te bezorgen, waarmee het onderdeel ‘reizen’ afgewerkt was. De brief naar Simon was iets wat ik moest doen als ik me wat stabieler voelde. Of juist minder stabiel. Het een of het ander. Waarna ik alleen nog een date moest zoeken voor de bruiloft van mijn vader, en bungeejumpen. Of iets soortgelijks. Ik wist niet precies wat me meer verontrustte. Al was er niets wat me zo verontrustte als het feit dat ik niet kon ophouden aan Dans borsthaar te denken. Ik liet me in het schuimbad zakken, sloot mijn ogen en probeerde niet zijn achterwerk voor me te zien toen hij zich bukte naar de verfkwast. Bungeejumpen was hierbij vergeleken een eitje.
Het was vrijdag. Wat konden zeven dagen een verschil uitmaken. Het was niet precies zoals in het nummer ‘Seven Days’ van Craig David, al hoopte ik wel dat ik tegen zondag wat meer kon chillen. Al zou ik dat woord ‘chillen’ nooit zeggen. Ik was tenslotte achtentwintig, burgerlijk en blank. Om niet te hoeven denken aan het feit dat ik later die dag mijn eerste date had sinds vijf jaar, was ik die ochtend begonnen met joggen, wat iets beter ging dan de laatste keer, in die zin dat ik niet was gevallen; daarna bracht ik nog een laag verf aan op de muren van de woonkamer en sloeg ik eten en drank in voor het feest op zaterdag. Ik had zelfs helemaal zelf een chocolade-cheesecake gemaakt in plaats van de calorierijke geglazuurde taart die Matthew had verboden. Niemand was ongevraagd langsgekomen, niemand had overgegeven en niemand had me gedumpt. Tot dusver was het een van de betere vrijdagen van de laatste tijd.
Emelie en Matthew waren eindelijk opgedoken om me succes te wensen met mijn date, in die zin dat Emelie zat te sms’en met Paul terwijl ze bezig was een enorme kipmaaltijd naar binnen te werken en Matthew zat te sms’en met ‘niemand’ en daarna ruim een uur had geprobeerd de meest sexy foto van zijn tattoo op Facebook te zetten (hij zei Facebook, ik vermoed dat het stiekem Grindr was). Vreemd genoeg had geen van beiden zin om met me mee te gaan naar de yogales. Ik vroeg niet of ze meegingen naar die date, alleen naar de yogales, voor een beetje morele steun, maar rond halfzeven stond ik bij de voordeur in een strakke joggingbroek van Emelie en een felroze topje dat naar mijn zin veel te veel van mijn lichaam bloot liet, en met Matthews yogamatje onder mijn arm. Alleen.
‘Maar ik wil niet.’ Ik zette mijn laatste verdedigingsmiddel in: jammeren.
‘En als Asher nu je zielsverwant blijkt te zijn?’ vroeg Emelie tussen twee happen naan door.
‘Dat is hij vast niet,’ jammerde ik weer.
‘Volgens Em was hij sexy,’ zei Matthew zonder van zijn telefoon op te kijken. ‘Ga nu maar.’
‘Veel plezier met je date.’ Em wuifde halfslachtig met haar hand terwijl haar blik op een herhaling van de audities van The X Factor gericht was. Ze deed erg haar best om de Sky Plus-box vol te laden met zoveel mogelijk anti-Simon-programma’s.
‘Ik heb de pest aan jullie.’ Ik blies verontwaardigd de aftocht. ‘Dan ga ik maar.’
‘En pas laat terugkomen,’ stelde Matthew. ‘Opgedonderd.’
‘Ik leg wel condooms bij het bed,’ riep Em.
Ik draaide me om op mijn ballerina’s, stampte weg en sloeg met een klap de deur dicht. Voorzover je kunt stampen met ballerina’s. Wat reuze mee bleek te vallen, als je het maar met overtuiging doet.
De bus was zoals te verwachten te laat, wat betekende dat ik maar net op het nippertje op tijd was voor de yogales. Asher, die voor in het lokaal zat, glimlachte opgelucht en wuifde even toen ik binnenstoof, waarna ik onhandig mijn matje uitrolde en mijn schuimrubber blokken bijna tegen het hoofd van twee andere leerlingen zwaaide. Nog een geluk dat ik geen houten blokken had meegenomen.
‘Goedenavond allemaal,’ begon Asher. Ik zat in kleermakerszit en probeerde zo sereen mogelijk te kijken. Zonder smoking was Asher nog steeds heel knap, hoewel ik zijn intellectuele brilletje wel een beetje miste. Hopelijk droeg hij dat weer als we iets gingen drinken. Zijn yoga-outfit was gelukkig niet van spandex. Misschien was hij de ware? Misschien belandden we uiteindelijk wel in een ashram met onze prachtige, lenige kinderen Clover en Paxo.
‘Zullen we vanavond beginnen met drie ohms om de stem in ons hoofd tot rust te brengen?’ zei Asher op verontrustend zalvende toon tegen de groep. Misschien kon hij wel zien dat ik erover dacht onze eerstgeborene naar een klaverblaadje te vernoemen.
Ik deed mijn ogen dicht en haalde diep adem, maar de stem in mijn hoofd weigerde mee te spelen. In plaats van ohm-zeggen was het alsof hij hardop afkeurende geluiden maakte en iets fluisterde wat meer weg had van ‘Jezus? Echt waar?’
Ja, antwoordde ik ongelukkig, echt waar.
‘Hoe vond je het?’ vroeg Asher aan het eind van de les. Ik zat met rode wangen zweterig op de grond, rolde mijn matje op en nam mezelf heilig voor het nooit meer uit te rollen. Ik keek hem aan, niet echt in staat te begrijpen wat hij vroeg. Ik had de eerste helft van de les voor lijk gelegen, in stilte huilend, en in de andere helft hoorbaar huilend mijn hamstring verrekt.
‘Het was een uitdaging,’ zei ik, nadat ik minstens een halve minuut had gebroed op een antwoord dat geen leugen was en waarin het woord ‘klote’ niet voorkwam.
‘Ja, hè?’ zei hij stralend. ‘En, wat zou je nu willen doen?’
Terwijl ik zittend naar zijn open, blije gezicht keek, kreeg ik ineens een visioen. Asher en ik in de perfecte krijgerhouding, en twee identieke Ashertjes die probeerden ons na te doen en omvielen. Twee aanbiddelijke hoopjes brildragende vreugde. Ik beet op mijn lip om een reactie binnen te houden.
‘Een drankje?’ stelde ik voor.
‘En toen schold ik haar uit voor oversekst leeghoofd.’ Zo besloot ik mijn hilarische verhaal ‘de dag waarop ik tegen een topmodel schreeuwde’ en dronk mijn tweede glas wijn leeg. ‘En ik liep op hoge poten weg.’
‘Goh. Wauw. Wat eh… jeetje. Wauw,’ zei Asher voor de zoveelste keer, en hij dronk zijn derde glas bier leeg. Hij dronk veel voor een yogaleraar, vond ik. Dat paste niet in mijn idee van ‘toekomstige vader van mijn kinderen’.
‘Maar ja, je moet toch verder. Mijn beurt voor een rondje.’ Ik stond op. ‘Nog een keer hetzelfde?’
‘Ja. Graag,’ zei Asher. ‘Nog zo een.’
Ik stond bij de bar en keek om naar ons tafeltje. Hij was een beetje tam, maar wel aardig. En hij kon geen kwaaie vent zijn als hij yogales gaf, toch? Na de les waren we The Lexington binnengegaan, met als excuus dat ik, als mijn hamstrings het opgaven, naar huis kon kruipen. Jamie, de barman, zette met een knikje onze glazen op de bar.
‘Alles goed, Rachel?’ vroeg hij terwijl hij mijn briefje van twintig aanpakte.
‘Niet verkeerd.’ Ik glimlachte terug en pakte mijn wisselgeld aan. ‘Drukke avond?’
‘Er speelt boven een band dus het is hier vrij rustig,’ zei hij, en hij knikte even naar de plek waar Asher met zijn telefoon zat te spelen. ‘Wat is dat daar?’
‘O, een nieuwe… vriend.’ Ik trok een gezicht. ‘Simon en ik zijn uit elkaar.’
‘Je laat er geen gras over groeien,’ antwoordde hij. ‘Maar ja, waarom zou je ook eerst nog een beetje rondscharrelen?’
‘Hij lijkt me wel oké,’ zei ik met een knikje.
‘Nou, als ik jou was zou ik wel wat meer willen dan oké, maar zolang je het naar je zin hebt…’ Hij lachte me halfslachtig toe en liep naar de volgende klant.
Naar mijn zin… Hm, had ik het naar mijn zin?
‘En, hoe lang doe je al yoga?’ vroeg ik, terwijl ik Ashers bier voor hem op de tafel zette. Zijn lange benen had hij onder zijn stoel gevouwen, het yogamatje lag ernaast.
‘Proost. Een aantal jaren,’ zei hij, en hij duwde zijn bril wat hoger op zijn neus. ‘Het bevalt me heel goed.’
Ik knikte. Goed, een gezonde levensstijl. Afgevinkt. ‘En hoe kwam je ertoe?’
‘Eigenlijk door een ex van me,’ gaf hij toe, nippend van zijn bier. ‘Hij deed het al jaren en als ik hem wilde spreken, moest ik naar die verdomde yogales. Maar ik ben nu blij dat ik het heb gedaan – ik heb liever yoga in mijn leven dan hem.’
Ik voelde dat mijn ogen ondanks de boodschap van mijn hersenen groot werden en heel langzaam liet ik mijn wijn terug in mijn glas lopen. Om de een of andere reden kon ik het niet door mijn keel krijgen…
‘Je ex was een hij?’ Ik was ervan overtuigd dat mijn stem niet zo hoog klonk als in mijn hoofd.
‘Ja, o jee, dat is toch geen probleem?’ Hij keek me nerveus aan over het tafeltje. ‘Ik vergeet wel eens dat sommige mensen niet altijd op hun gemak zijn met, je weet wel, daarmee.’
Voor ik kon reageren verscheen er een potige yogagod van een meter tachtig voor mijn geestesoog, duwde me opzij en dook op Asher af voor een dikke vette zoen. Ik zat op het gras te huilen terwijl mijn fantasiekinderen snikten: ‘Waarom, papa, waarom?’
‘O, daar heb ik geen probleem mee,’ zei ik, en ik deed een succesvollere aanval op de wijn. ‘Totaal niet.’
‘Poeh.’ Hij haalde schertsend een hand over zijn voorhoofd. ‘Zoals ik al zei: een ex van lang geleden.’
Ik vond het best. Echt. Wie zou dat tegenwoordig niet vinden? Behalve mijn vader dan. Mijn moeder vond het waarschijnlijk een groot pluspunt. Maar ik vond het best.
‘Nadat we uit elkaar gegaan waren heb ik de lerarenopleiding gevolgd.’ Asher leunde achterover in zijn stoel en strekte zijn benen. Ik kon de mijne niet eens bewegen. En het was twee uur en drie glazen wijn geleden dat ik slechts een poging tot de neerwaartse hond had gedaan. ‘Niet te geloven dat die afleidingsmanoeuvre uiteindelijk mijn leven heeft veranderd.’
‘Dat kan ik wel een beetje begrijpen.’ Ik nam nog een slok wijn. ‘Echt.’
‘Fijn om te weten.’ Hij boog zich over het tafeltje heen en keek rond voordat hij me gebaarde dichterbij te komen. Ik zette mijn glas neer. Ging hij me kussen? Was dit het begin van iets moois? ‘Ik weet dat we elkaar nog maar net kennen, maar ik geef zaterdags ook les aan een naturistenklasje en daarna komen we dan met een stel bij elkaar. Bij mij thuis. Je zou morgen mee kunnen gaan als je wilt.’
Ik leunde achterover en kneep mijn lippen op elkaar tot een dunne, witte streep.
‘Is de wc die kant op?’ vroeg hij, en hij wees naar de deuren opzij van de zaal. Ik knikte stilzwijgend, staarde voor me uit en verroerde me niet. Het oefenen van de lijkhouding kwam achteraf toch wel van pas.
Zodra hij in de wc was verdwenen, graaide ik mijn telefoon uit mijn tas om Em onze afgesproken code voor ‘haal me hier in godsnaam weg’ te sms’en. Ik was er klaar mee. Ik keek naar de deur van de wc. Er gebeurde niets.
Sos, stuur hulptroepen, toetste ik zo snel mogelijk en ik hield mijn telefoon in mijn hand.
Er was een sms’je van Dan. Mijn duim bleef boven de knop hangen om het te openen. De kans was groot dat hij zou zeggen dat hij toch niet op het feestje zou komen, dat Ana de ketting om zijn ballen strakker had aangetrokken en hem had gesommeerd thuis te blijven. Ook al probeerde ik te doen alsof het niet zo was, toch voelde ik een lichte teleurstelling.
Zal ik morgen iets meebrengen?
Huh? Het was een aardig berichtje. Maar ik had nog steeds geen idee wat er gaande was en ik haatte dat idee. Matthew ging ervan uit dat het om een weddenschap ging; hoewel het mij niet beviel om daar het onderwerp van te zijn, was ik bereid het als waarschijnlijkheid te aanvaarden. En, zoals Em onmiddellijk opmerkte, ik was er op een perverse manier ook door gevleid. Zolang het maar niet ging over wie het lelijkste meisje van de klas was. Dat was voor niemand vleiend.
Ik hield mijn antwoord kort. Alleen jezelf. En drank. Een hoop drank.
‘Check je je berichtjes?’ Asher ging weer zitten. ‘Of laat je alleen je vrienden weten dat ik geen seriemoordenaar ben?’
‘Nou, dat weet ik nog niet, toch?’ Ik wilde echt geen date meer met een yogaorgiemeester. ‘Nee, ik kreeg net een sms’je.’ Ik zwaaide mijn telefoon heen en weer door de lucht om mijn woorden kracht bij te zetten.
‘Iets bijzonders?’ vroeg hij, en hij probeerde op subtiele wijze zijn zaakje recht te trekken. Zonder succes, zag ik onmiddellijk. Dit was een van de grootste problemen van een post-yogadate. Spandex of niet, zijn outfit liet heel weinig aan de verbeelding over – en zoveel verbeelding had ik niet eens. Het zou zelfs al gênant zijn geweest als we niet in mijn pub zaten, omringd door mannen in spijkerbroek en allerlei andere kleren voor normale mensen.
‘Een vriend.’ Ik stamelde een beetje bij dat woord. ‘Een man met wie ik samenwerk.’
‘Ook een visagist?’
Ik vond dat hij voor een biseksuele yogaleraar een beetje te geamuseerd klonk bij het idee van een mannelijke visagist.
‘Hij is fotograaf,’ verklaarde ik. ‘We werken voor hetzelfde bureau.’
‘Ik heb nog nooit eerder een visagist ontmoet,’ peinsde hij. ‘Ik kan me niet voorstellen dat je de hele dag doorbrengt met het bijwerken van iemands lipstick.’
Ik glimlachte beleefd en gooide mijn halve glas wijn achterover. Het was óf snel opdrinken óf het over hem heen gooien, en ik wilde geen scène trappen. Waar zat Em? Waar bleef haar telefoontje?
‘Waarom heb je er je werk van willen maken? Van dat opmaken, bedoel ik.’ Asher wreef over het puntje van zijn neus. Was die altijd al zo groot?
‘Nou, ik tekende op school al graag maar ik was er niet goed in, en ik deed altijd de make-up van mijn vriendinnetjes.’ Ik had mijn korte antwoord paraat. Het was een vraag die me vaak werd gesteld. ‘Hoe vaker ik het deed, hoe leuker ik het vond om er iets moois van te maken, om met make-up een metamorfose tot stand te brengen. Dat is het eigenlijk.’
‘Interessant, omdat jij er niet uitziet als iemand die veel make-up gebruikt,’ zei hij terwijl ik vol ongeduld wachtte. ‘Het komt waarschijnlijk doordat ik een man ben, maar echt, ik begrijp gewoon niet wat eraan is om je gezicht vol rotzooi te kladden. Niemand ziet er daardoor beter uit. Ik bedoel, laatst, die avond? Al die vrouwen die eruitzagen als sloeries? Mij niet gezien.’
‘Nou, ik beklad geen gezichten met rotzooi,’ zei ik. ‘Gelukkig niet.’
‘Maar het is toch een raar vak, vind je niet?’ Hij wist gewoon niet tot hoe ver hij kon gaan. ‘Hebben je ouders nooit gezegd dat je een echt vak moest gaan uitoefenen?’
‘Nee hoor.’
‘En dat artistieke imago van het vak. Is dat nou wel zo artistiek? Als je een echte kunstenaar was, zou je je daar dan niet door beledigd voelen?’
‘Nee hoor.’
Ondanks het feit dat mijn blikken hem inmiddels konden doden, ging hij verder.
‘Maar fotograaf heb ik altijd wel willen worden.’ Hij legde zijn telefoon op de tafel waarop een doodgewone opname van Waterloo Bridge te zien was. ‘Ik heb er altijd oog voor gehad.’
Ik kon het aantal keren niet tellen dat ik Dan had zien omgaan met amateurfotografen. Het was een van zijn talenten om ze met een blik op hun plaats te zetten. Af en toe was er een bevoogdend of beleefd lachje voor nodig. Ik begreep het; we hadden allebei werk dat ieder ander ook dacht te kunnen. Per slot van rekening deed ik niet meer dan lipstick bijwerken en gezichten bekladden met rotzooi.
‘Ik denk dat het een moeilijker vak is dan mensen beseffen,’ zei ik diplomatiek, zonder acht te slaan op zijn telefoon. ‘Dan heeft echt talent.’ Ik dacht terug aan de foto in de galerie van de avond ervoor. Hij had er echt oog voor en hij leverde schitterend werk. Wanneer hij tenminste geen foto’s nam van Ana in onderbroek.
‘Ja, als ik niet echt had moeten gaan werken, had ik misschien fotografie gedaan. Maar je kunt er niet echt je brood mee verdienen, toch?’ Asher had een onmiskenbaar defensieve toon aangenomen. ‘Ik bedoel, ik neem aan dat sommige mensen gewoon geluk hebben?’
‘Bij hem was het geen kwestie van geluk,’ zei ik op even agressieve toon. ‘Hij heeft er heel hard voor gewerkt. Fotograaf word je niet zomaar – je moet eerst jaren als assistent werken, je moet steeds nieuwe technieken leren en met nieuwe apparatuur omgaan. En je maakt lange dagen en daarbij moet je ook nog reizen. Maar als je zo goed bent als Dan, kun je er een dik belegde boterham mee verdienen.’
Asher keek alsof hij zich op zijn nummer gezet voelde.
‘Hetzelfde geldt voor visagistes,’ mompelde ik in mijn wijnglas. Mijn telefoon zat nog steeds stilzwijgend in mijn tas. Waar hing Emelie verdomme uit? Als ze mijn broer zat te sms’en in plaats van te voorkomen dat ik de cel in moest omdat ik deze idioot had doodgeknuppeld, zou dat haar duur komen te staan. ‘Er komt wel wat meer bij kijken dan alleen lipstick bijwerken.’
‘Vertel,’ zei hij, met een blik op zijn horloge.
‘Tja weet je, dat zou ik graag doen, maar mijn vriendin stuurde me net een sms’je en ik moet echt weg,’ zei ik, en ik sloeg de rest van mijn wijn achterover en hees mijn tas over mijn schouder. ‘Heel erg bedankt voor deze avond.’
‘Heeft je vriendin je echt een sms’je gestuurd?’ vroeg hij. Hij stond op, maar keek niet echt verbaasd.
‘Nee.’ Ik beende langs hem heen. ‘Tot ziens.’
‘Je vergeet je yogamatje,’ riep hij me na door de inmiddels luidruchtige, drukke pub.
‘Kan me niet schelen,’ riep ik terug.
Dat meende ik, totdat ik buiten stond en eraan dacht dat het niet mijn eigen yogamatje was, en dat ik Matthew nu twintig pond verschuldigd was. Verdomme.
Zo’n eerste date zou ik nooit meer krijgen.